Waarom slecht geïsoleerde woningen de klimaatambitie onder druk zetten en wat nodig is
De energietransitie is in volle gang, maar niet alle woningen maken dezelfde sprong. Vooral huizen met het minst efficiënte energielabel dreigen de klimaatdoelstellingen in gevaar te brengen, waarschuwt ABN AMRO.
Voortgang, maar nog grote uitdagingen
Het gemiddelde energiegebruik van woningen daalt gestaag en komt dichter bij de normen voor 2030. Hoewel dat positief is, blijven de woningen met energielabel F en G opvallend achter. Juist deze groep is problematisch, want de klimaatregels leggen de nadruk op de zwakste schakel.
Structurele belemmeringen voor de zwakste woningen
Daar waar isolatie het hardst nodig is, stuiten bewoners op flinke kosten, gebrek aan kennis of simpelweg beperkte financiële draagkracht. Dat betekent dat de woningen die het meest aan verbetering toe zijn, soms juist verstoken blijven van steun of renovatie.
Wat houdt het verduurzamingsplan in?
Nationale doelstelling: 2,5 miljoen woningen aanpakken
Het streven is om tot 2030 een enorme stap te zetten: in totaal 2,5 miljoen woningen verduurzamen. Een deel daarvan betreft huurwoningen, een ander deel woningen in particulier bezit. Deze ambitie vraagt om ingrepen die verder gaan dan alleen energielabels verbeteren.
Verplichting voor slecht geïsoleerde woningen
Woningen met label G (vanaf 2027) en F of slechter (vanaf 2030) moeten minimaal naar label C. Dat betekent dat isolatie, en mogelijk een warmtepomp of aansluiting op een warmtenet, onvermijdelijke stappen worden. Dit beleid moet ervoor zorgen dat de achterblijvers niet buiten schot blijven.
Drempels rond warmtenetwerken
Aansluiting op een warmtenet kan aantrekkelijk zijn, maar de aanloopkosten vormen vaak een blokkade. Terwijl het aantal warmtenetaansluitingen moet verdubbelen voor 2030, klopt veel mensen daar nog niet op de deur vanwege de kosten of onduidelijkheid.
Effecten op sociaal-economische gelijkheid
Lagere inkomens extra kwetsbaar
Onderzoek van onder andere het Planbureau voor de Leefomgeving toont aan dat bijna de helft van de armere huishoudens woont in relatief slecht geïsoleerde woningen. Juist die huishoudens besteden een relatief groot deel van hun inkomen aan energie, waardoor de druk des te groter is.
Generiek klimaatbeleid krijgt daardoor een ongelijke impact. Lage inkomens kunnen minder profiteren van besparingen, terwijl bij hogere inkomens verduurzaming makkelijker op te brengen is. Zo dreigt de kloof juist groter te worden.
Sociale huurwoningen relatief beter geïsoleerd
Gelukkig maken sociale huren een uitzondering: sinds 2000 is daar het aandeel slecht geïsoleerde woningen aanzienlijk afgenomen. Corporaties hebben veel woningen verbeterd, waardoor dit deel van de markt minder kwetsbaar is voor hogere lasten.
Inzicht en waarde op de woningmarkt
Klimaatrisico’s zijn nog niet voldoende beleefd
Veel woningbezitters zijn zich niet bewust van risico’s zoals funderingsschade, hittestress of overstromingen. Soms speelt zo’n risico pas jaren later, maar kost dan flink geld of schaadt de waarde van de woning.
Sommige sector- en onderzoeksinstanties pleiten ervoor dat klimaatinformatie standaard wordt meegenomen bij verkoop, om onverwachte risico’s voor kopers te beperken. Ook zou een verplicht klimaatlabel helpen om risico’s in de woningwaarde te verwerken.
Funderingsproblemen worden zichtbaar
Voor oudere huizen (voor 1970) schat ABN AMRO dat bij bijna een kwart funderingsproblemen kan spelen. Slechts bij een klein deel is dat expliciet vastgesteld. Dat leidt tot onzekerheid bij kopers en verkopers, en mogelijk tot onverwacht hoge herstelkosten of waardevermindering.
Waardestijging bij verduurzaming
Brengt een woning een stap omhoog in energielabel, dan worden daar positieve effecten op de waarde van de woning zichtbaar. Een woning die verbetering ondergaat van een slecht label naar een beter label kan enkele procenten meer opleveren. Ook funderingsherstel helpt de verkoopwaarde te verbeteren, zeker als dat transparant is.
Duurzaam wonen aantrekkelijker
Kopers hebben oog voor energiezuinigheid. Woningen met een goed label (A, B of C) worden gewaardeerd. Dat vertaalt zich in een hogere waardering op de markt, vooral in de huidige fase waarin energiekosten en duurzaamheid prominenter zijn gaan meespelen in aankoopbeslissingen.
ABN AMRO’s rol: van waarschuwen naar ondersteunen
Hypotheekondersteuning voor verduurzaming
ABN AMRO biedt een duurzame woonhypotheek die kopers extra krediet biedt voor energiebesparende maatregelen, gecombineerd met korting op de rente als een beter label binnen de gestelde termijn wordt bereikt. Dat maakt verduurzamen financieel aantrekkelijker en haalbaarder.
Inzicht in klimaatrisico’s voor klanten
De bank werkt eraan om klimaatrisico’s per adres te analyseren en inzichtelijk te maken. Dat kan gaan om fundering, overstroming of hitte, en soms zelfs tot op wijkniveau. Dit helpt huiseigenaren bewuster keuzes te maken en proactief te handelen.
Samen oog op missie 2030
De langetermijnambitie is dat alle vastgoed in de portefeuille van ABN AMRO gemiddeld energielabel A heeft. Dat vraagt niet alleen maatregelen bij klanten, maar ook samenwerking met overheid en leveranciers. Subsidies, rentekortingen en advies spelen daarbij een rol.
Waarom dit extra urgent is
De verduurzaming van slecht geïsoleerde woningen is cruciaal voor klimaatdoelen maar blijft achter. Dat vormt een risico voor de nationale ambitie én voor armoedebestrijding. Zonder gerichte actie blijven kwetsbare groepen achter, terwijl verduurzaming juist kansen biedt op lagere woonlasten, meer comfort en stijgende woningwaarde.
De uitdaging is tweeledig: enerzijds is er extra steun nodig voor bewoners met minder draagkracht. Anderzijds is het belangrijk dat marktbewustzijn groeit, en dat risico’s transparanter worden, ook financieel.
Wat betekent dit voor Zwolle?
Voor Zwolle betekent dit concreet dat vooral de oudere woningen en de huizen in bepaalde wijken met nog lage energielabels (F of G) een serieus knelpunt vormen in de energietransitie.
Hoewel nieuwere wijken zoals Stadshagen vaak al redelijk geïsoleerd zijn, zit het probleem vooral bij oudere delen van de stad, bijvoorbeeld delen van Assendorp, Diezerpoort en Wipstrik waar veel vooroorlogse of jaren ’60-woningen staan. Deze woningen zijn vaak slecht geïsoleerd en bewoners hebben soms niet de financiële ruimte of kennis om grote verduurzamingsstappen te zetten.
Voor de gemeente en lokale partijen zoals woningcorporaties en makelaars in Zwolle betekent dit:
- Extra focus op de achterblijvende wijken – juist daar zijn de grote besparingsslagen te maken.
- Gerichte subsidies en informatiecampagnes om bewoners te helpen stappen te zetten richting label C of beter.
- Samenwerking met banken en energieloketten om financieringsdrempels weg te nemen, zeker bij lage inkomens.
- Communicatie over klimaatrisico’s zoals hittestress en wateroverlast, omdat bewoners zich daar vaak nog niet van bewust zijn.
Als Zwolle deze groep woningen niet meeneemt in de verduurzaming, kan dat niet alleen de klimaatdoelen van 2030 onder druk zetten, maar ook leiden tot hogere woonlasten voor kwetsbare huishoudens en een grotere kloof tussen energiezuinige en energie-onzuinige woningen. Door nu te investeren in isolatie, efficiënte verwarmingssystemen en bewustwording, kan de stad juist een grote stap maken richting lagere energielasten, hogere woningwaardes en een rechtvaardige energietransitie.
Makelaar AAN het woord
Verduurzamen van alle woningen in Nederland is een gigantische uitdaging, en het helpt niet mee dat de overheid op de rem trapt in plaats van gas te geven. Toch kijken huizenkopers steeds vaker naar een verduurzaamde woning, en hebben daar ook meer geld voor over. Immers, een bouwdepot van waaruit het verduurzamen van een woning wordt betaald kost ook extra geld. Dat is dan vaak een financiele kwestie in plaatst van een bijdrage aan het milieu. Dus als verkoper je huis verduurzamen kan zeker lonen. Het voordeel hiervan is ook dat het energielabel direct omhoog gaat, en dat is waar de kopers blij van worden.
Conclusie
Verduurzaming van woningen gaat verder dan beleidsdoelen; het raakt aan ongelijkheid, waardeontwikkeling en klimaatrisico’s. Als slecht geïsoleerde woningen niet structureel worden aangepakt, dreigt de energietransitie vast te lopen. Steun aan lage inkomens, slimme informatievoorziening en financiële prikkels zijn daarom essentieel om van ambitie naar praktijk te komen.
Wanneer huiseigenaren weten wat ze kunnen doen, waar de risico’s liggen en hoe ze daarvan profiteren, ontstaat momentum. Dat geldt voor zowel eigenaren van koopwoningen als sociale huur. Met gezamenlijke inspanning kan de route naar 2030 haalbaar en rechtvaardig zijn.